Een groot risico op fabrieksbranden, overuren maken om te overleven, geblokkeerde nooduitgangen, een defect alarmsysteem en dat voor een laag - zeer laag - loon. Zou jij tekenen? We hebben het over de kledingindustrie. Nouja, een klein aspect ervan. Want dan hebben we het nog niet gehad over het resultaat; kleding waarvoor meren worden leeggepompt totdat er een woestijnvlakte overblijft. We kunnen wel concluderen dat de kledingindustrie verwoestend is.
Fast Fashion Kills
‘Ik wil later niet aan mijn zoontje moeten uitleggen dat ik kleding moest vernietigen, puur omdat het goedkoper was dan recyclen’ zegt Nicholas Hurenkamp, Benelux Agent voor Attias Group. Hij stapte ooit een kledingfabriek binnen en zag een kaartje met ‘green jeans’. Klinkt goed, dacht hij. Totdat hij zich afvroeg ‘What’s green about it?’. Het antwoord? Niet zo satisfying.
Nicholas verdiept zich al jaren in het onderwerp Corporate Social Responsibility (CSR). Tijdens deze zoektocht naar CSR, kwam hij er achter dat je vrij gemakkelijk het kaartje ‘green’ aan een product kunt hangen, terwijl de productie helemaal niet zo duurzaam hoeft te zijn. Check hieronder hoe hij aan de slag is gegaan met échte groene verandering.
De wereld staat in de fik
Nicholas werkt al 20 jaar voor grote kledingmerken. Na al deze jaren trekt hij twee conclusies; de hele wereld staat in de fik, en hij draagt daar ongewild aan bij. Oftewel, er gaat gewoon veel mis op het gebied van milieu, en op deze manier wil hij daar geen onderdeel meer van zijn. Soms belandde hij in situaties waarin het gewoon goedkoper bleek te zijn om kleren te verbranden, dan ze op te bergen of recyclen. De oplossing? Tja, die is er niet 1, 2, 3. Maar beter iets dan niets, dus Nicholas begon met een kleine verandering, namelijk organic cotton.
Organic cotton wordt biologisch verbouwd en zorgt daarbij voor een andere impact dan virgin cotton. Hiervoor worden namelijk bij voorkeur geen pesticiden en irrigatie gebruikt, maar gewoon regenwater. Terwijl we voor virgin cotton ongeveer de hele zee leeg pompen...
Tweede meest vervuilende industrie
Volgens Eileen Fisher (oprichter van haar eigen duurzame kledingmerk ‘Eileen Fisher’) is de kledingindustrie de tweede meest vervuilende industrie. De reden? Waterverbruik. Voor één spijkerbroek van virgin cotton wordt 8000 liter water verbruikt. En voor een simpel T-shirt 2700 liter. Bizar.
‘2700 liter water is genoeg om 900 dagen van te drinken‘- NatGeo
Wees eerlijk, je vervangt eerder een kledingstuk dan dat je het repareert. Snelle productie, grote volumes en lage prijzen zorgen ervoor dat we goedkoop en veel kleren inslaan. Het resultaat van ons koopgedrag én daarbij het waterverbruik? Neem bijvoorbeeld het Aral-meer in Kazachstan. Nouja ‘meer’, eerder een woestijnvlakte. Door de katoenindustrie is het Aral-meer in een paar jaar volledig opgedroogd. De vissen zijn vervangen door kamelen en de vegetatie is zo goed als weg, waardoor locals ondervoed raken.
Incentro x Nicholas
Wij van Incentro maken een vuist. Samen met Nicholas gaan we voor verandering. Een duurzame samenwerking, want wij ontvangen sweaters van organic cotton en Nicholas ontvangt hulp bij het ontwikkelen van een sustainable app. Deze app gaat retailers inzicht geven in hoeveel natuurlijke bronnen er verbruikt worden bij hun productie en op welke manier ze hier betere keuzes in kunnen maken. Commercieel maar toch verantwoord. Klinkt goed, toch? Zo kunnen we samen meters maken.
Een verwoestende kledingindustrie, nee nee… wij verwoesten deze kledingindustrie.
Let’s embrace change.